Door de warmte van de afgelopen periode heeft de eikenprocessierups zich sneller ontwikkeld dan andere jaren. Op veel plaatsen worden zeer grote aantallen eikenprocessierupsen aangetroffen en daardoor ontstaat ook meer overlast.
Contact met de brandharen waarmee de eikenprocessierups is bedekt leidt tot jeuk, huiduitslag, irritatie aan de ogen of aan de luchtwegen. De klachten kunnen twee weken aanhouden. Elke rups heeft 700.000 van die brandharen.

Niet alleen de warmte zorgt voor de snelle groei. Een andere oorzaak is dat op veel locaties is bezuinigd op de bestrijding, waardoor oude nesten zijn blijven zitten. Een nest dat niet wordt weggehaald, leidt het jaar daarna tot een vervijfvoudiging van het aantal rupsen.

De aanwezigheid van de rups is een natuurlijk verschijnsel, vergelijkbaar met wespen of teken. Over het algemeen zorgt de natuur zelf voor een acceptabel aantal van elk soort. Dankzij natuurlijke vijanden, zoals parasieten (sluipwespen, sluipvliegen) en predatoren (vogels, kevers, roofwantsen) ontstaat uiteindelijk een biologisch evenwicht.

De afgelopen jaren is echter gebleken dat dit evenwicht op bepaalde plaatsen niet wordt bereikt. Dit geldt met name in lanen met eiken. Daar zijn onvoldoende natuurlijke vijanden van de rups aanwezig. In bosranden met een natuurlijke ondergroei ontstaat eerder een vorm van biologisch evenwicht, waardoor de rupsen minder overlast veroorzaken.

Veel vogelsoorten
Naast pimpelmees en koolmees is ook van andere holenbroeders bekend dat ze eikenprocessierupsen eten zoals spreeuw, zwarte mees, glanskop, matkop, boomklever, boomkruiper en grauwe vliegenvanger. Bij de niet-holenbroeders hebben staartmees, heggenmus, roodborst, winterkoning en koekoek de processierups op het menu staan. Het bevorderen van de leefomgeving van deze vogelsoorten is dus vanuit het perspectief van de eikenprocessierupsbestrijding zeer aan te bevelen.

Andere natuurlijke vijanden
De eikenprocessierups heeft nog veel meer natuurlijke vijanden. De rupsen worden gegeten door de larven van de gaasvlieg, sluipvliegen, sluipwespen, de kleine poppenrover, de larve van het tweestippelig lieveheersbeestje en wantsen. Net als bij de vogels is het voor veel van deze soorten moeilijk om op veel plaatsen waar de eikenprocessierups voorkomt te overleven. Het ontbreekt bijvoorbeeld vaak aan bloemen gedurende het jaar.

Oplossing
De aanwezigheid van schermbloemige soorten vormt een belangrijk onderdeel van de habitat van deze insecten. De Koninklijke Ginkel Groep heeft in samenwerking met Heem Natuurontwikkeling kruidensoorten geselecteerd die de ontwikkeling van natuurlijke vijanden rondom eiken stimuleren. Hiermee wordt een duurzame basis gelegd voor het op natuurlijke wijze bestrijden van de eikenprocessierups. Daarnaast wordt er een impuls gegeven aan de biodiversiteit!

EPR Kruidenmengsel
Voor het stimuleren van natuurlijke vijanden van de Eikenprocessierups zijn specifieke kruidensoorten geselecteerd. Deze mengsels bevatten de volgende kenmerken:

Inheems en autochtoon
De kruidenmengsels bestaan uit inheemse soorten, die in Nederland gekweekt en geoogst zijn.

Schermbloemige soorten
In de mengsels zijn een groot aantal scherm- en vlinderbloemige soorten opgenomen. Deze soorten vormen de voedingsbron voor de natuurlijke vijanden.

Gebiedsspecifiek
Het exacte mengsel wordt bepaald aan de hand van de lokale omstandigheden:
·         ligging projectgebied
·         bodem- en vochtomstandigheden
·         zon / schaduwvorming

Garantie
Wanneer de Koninklijke Ginkel Groep volgens het Heem concept een kruidenvegetatie realiseert, wordt er garantie gegeven op het resultaat van de vegetatie. U krijgt daarbij de zekerheid dat de vegetatie zich ontwikkeld tot een biodiverse, kruidenrijke vegetatie die bijdraagt aan de ontwikkeling van de natuurlijke vijanden van de EPR.