Ontwikkeling vegetatie
Het kruidenmengsel bestaat uit éénjarige, tweejarige en meerjarige soorten. Het eerste jaar zullen de eenjarigen het beeld bepalen. Denk daarbij aan rijkbloeiende klaprozen en kamille.
Éénjarige en tweejarige soorten zullen de volgende jaren verdwijnen. Het tweede jaar is een overgangsjaar. Via tweejarigen (bijvoorbeeld margrieten) gaat de vegetatie zich ontwikkelen naar een vaste vegetatie. Dit is het doel van de ontwikkeling: een vegetatie met vaste soorten die jaarlijks terugkeren.
Het beeld van deze vaste vegetatie bestaat uit een ruige beplanting met gras en kruiden. Kruidensoorten die daarin voorkomen zijn bijvoorbeeld duizendblad, rolklaver, knoopkruid, heelblaadjes en vijfdelig kaasjeskruid.
Ontwikkeling volgen
We willen een kruiden begroeiing die in balans is. Dus er zijn geen soorten die overheersen. Daarvoor houden we de groei en bloei de komende vijf jaar in de gaten en sturen we indien nodig bij.
Één keer per jaar wordt de vegetatie gemaaid. Het is belangrijk dat dit pas gebeurt wanneer de kruiden hun zaad hebben kunnen verspreiden. Hiervoor moet de vegetatie al even uitgebloeid zijn. Dit geeft een dor aanzicht maar is des te belangrijker voor de ontwikkeling. Daarom wordt er pas in oktober gemaaid. Daarbij wordt het maaisel afgevoerd om verrijking van de bodem te voorkomen.
Planning uitvoering
In de week van 19 oktober 2020 starten de werkzaamheden die ongeveer 3 weken gaan duren. Koninklijke Ginkel Groep uit Veenendaal legt de kruidenrijke bermen aan. Allereerst wordt de toplaag van het in te zaaien deel van de groenstrook verwijderd met een kraan. Daarna wordt de grond verbeterd en worden bollen geplant. Vervolgens zaaien we het kruidenmengsel in.